Quiz: Spreekwoorden quiz!!
"Wie kaatst, kan de ____ verwachten"
"Dat staat op losse ____"
"Hij is aan het eind van zijn ____"
"Zoals de ouden zongen, ____ de jongen"
"Poppetje gezien? ____ dicht!
"Hij zoekt ____ op laag water"
"Hij is te klein voor het tafellaken en te groot voor het ____"
"Een dronken vrouw is een ____ in bed"
"Het ____ met het badwater weggooien"